Historie
In 2007/2008 heeft Ambulance Oost het initiatief genomen om in diverse gemeentes in Twente zogenaamde lekenhulpverleners op te leiden.
De gedachte daarachter was, dat de wettelijke aanrijtijden waaraan ambulances moesten voldoen, veel te lang waren in het geval van een hartstilstand.
Ambulances moeten na een melding bij 112 binnen vijftien minuten ter plekke zijn en dat wordt in bijna alle gevallen ook wel gehaald. Maar wanneer iemand een hartstilstand krijgt, moet er binnen zes minuten gehandeld worden omdat anders de hersenen te lang van zuurstof verstoken blijven.
Er moest dus een systeem komen, waarbij na een melding van een mogelijke hartstilstand altijd binnen zes minuten iemand ter plaatse kon zijn, die zou kunnen reanimeren.
In de praktijk kan dat alleen maar als er veel mensen zijn die kunnen reanimeren en die dan ook nog eens snel ter plaatse kunnen zijn.
De gedachte daarachter was, dat de wettelijke aanrijtijden waaraan ambulances moesten voldoen, veel te lang waren in het geval van een hartstilstand.
Ambulances moeten na een melding bij 112 binnen vijftien minuten ter plekke zijn en dat wordt in bijna alle gevallen ook wel gehaald. Maar wanneer iemand een hartstilstand krijgt, moet er binnen zes minuten gehandeld worden omdat anders de hersenen te lang van zuurstof verstoken blijven.
Er moest dus een systeem komen, waarbij na een melding van een mogelijke hartstilstand altijd binnen zes minuten iemand ter plaatse kon zijn, die zou kunnen reanimeren.
In de praktijk kan dat alleen maar als er veel mensen zijn die kunnen reanimeren en die dan ook nog eens snel ter plaatse kunnen zijn.
Veel hulpverleners
Er moesten dus veel mensen komen die opgeleid moesten worden om te kunnen reanimeren.
Op die manier zouden er altijd voldoende mensen in de buurt zijn, die konden helpen.
Dat betekende een uitgebreid opleidingsprogramma, waarbij veel inwoners getraind werden in reanimatie en het gebruiken van een AED (Automatische Externe Defibrilator).
Mensen moesten niet alleen opgeleid worden, maar de vaardigheid diende ook te worden onderhouden, zoals voorgeschreven door de Nederlandse Reanimatieraad.
Dat betekende dus, dat iedereen ook een jaarlijkse herhalingscursus moest gaan volgen.
Op die manier zouden er altijd voldoende mensen in de buurt zijn, die konden helpen.
Dat betekende een uitgebreid opleidingsprogramma, waarbij veel inwoners getraind werden in reanimatie en het gebruiken van een AED (Automatische Externe Defibrilator).
Mensen moesten niet alleen opgeleid worden, maar de vaardigheid diende ook te worden onderhouden, zoals voorgeschreven door de Nederlandse Reanimatieraad.
Dat betekende dus, dat iedereen ook een jaarlijkse herhalingscursus moest gaan volgen.
Hulpverleners snel inschakelen
Om de hulpverleners snel te kunnen inschakelen, moest er dus een systeem komen waardoor de hulpverleners snel geïnformeerd zouden worden in geval van een hulpvraag.
Dat systeem is opgezet door Ambulance Oost en later ondergebracht bij hartslagnu.nl
Het komt er op neer, dat als iemand 112 belt, met de melding van een mogelijke hartstilstand (iemand reageert niet meer en ademt niet meer), er dan meteen twee ambulances vanuit verschillende plaatsen naar het slachtoffer worden gestuurd.
Bij ons is dat meestal vanuit Tubbergen en Oldenzaal.
Er worden altijd twee ambulances gelijktijdig gestuurd, omdat er bij een reanimatie veel handelingen gelijktijdig gedaan moeten worden.
Tegelijk met het op weg sturen van de ambulances, wordt echter ook automatisch een groep hulpverleners die het dichtst rondom het slachtoffer wonen per SMS of een app op de smartphone gealarmeerd, zodat ze meteen naar het slachtoffer kunnen gaan en daar dus veel eerder aankomen dan de ambulances.
Een aantal hulpverleners wordt direct naar het slachtoffer gestuurd en een aantal worden eerst gestuurd om een AED apparaat te halen. Hoe e.e.a. precies in zijn werk gaat, kunt U lezen op de bladzijde "een hulpoproep"
Dat systeem is opgezet door Ambulance Oost en later ondergebracht bij hartslagnu.nl
Het komt er op neer, dat als iemand 112 belt, met de melding van een mogelijke hartstilstand (iemand reageert niet meer en ademt niet meer), er dan meteen twee ambulances vanuit verschillende plaatsen naar het slachtoffer worden gestuurd.
Bij ons is dat meestal vanuit Tubbergen en Oldenzaal.
Er worden altijd twee ambulances gelijktijdig gestuurd, omdat er bij een reanimatie veel handelingen gelijktijdig gedaan moeten worden.
Tegelijk met het op weg sturen van de ambulances, wordt echter ook automatisch een groep hulpverleners die het dichtst rondom het slachtoffer wonen per SMS of een app op de smartphone gealarmeerd, zodat ze meteen naar het slachtoffer kunnen gaan en daar dus veel eerder aankomen dan de ambulances.
Een aantal hulpverleners wordt direct naar het slachtoffer gestuurd en een aantal worden eerst gestuurd om een AED apparaat te halen. Hoe e.e.a. precies in zijn werk gaat, kunt U lezen op de bladzijde "een hulpoproep"
Wijkwerkgroepen
Een en ander is in Ootmarsum op wijkniveau georganiseerd.
Dat betekent, dat elke wijk een wijkwerkgroep heeft, die zorgt voor herhalingscursussen en de aanschaf en het onderhoud van een AED.
Op die manier staat de hele organisatie dicht bij de bewoners van een buurt. Men kent altijd wel iemand die betrokken is bij de organisatie.
Dat betekent, dat elke wijk een wijkwerkgroep heeft, die zorgt voor herhalingscursussen en de aanschaf en het onderhoud van een AED.
Op die manier staat de hele organisatie dicht bij de bewoners van een buurt. Men kent altijd wel iemand die betrokken is bij de organisatie.
Samen
Achterliggende gedachte is dat we samen sterk staan als we elkaar helpen, of zoals we in Twente zeggen:
"deur de noabers, veur de noabers".
"deur de noabers, veur de noabers".
De stichting
In een vergadering van de wijkwerkgroepen op 17-03-2015 is besloten om samen verder te gaan als stichting.
Daartoe is officieel op 10-04-2015 de stichting "AED Ootmarsum en omstreken" opgericht.
De autonomie van de wijkwerkgroepen blijft echter zo veel mogelijk behouden.
Daartoe is officieel op 10-04-2015 de stichting "AED Ootmarsum en omstreken" opgericht.
De autonomie van de wijkwerkgroepen blijft echter zo veel mogelijk behouden.
Landelijk
De aantallen hulpverleners die in de verschillende ambulanceregio's actief zijn, verschillen sterk.
De ambulance regio Twente steekt met kop en schouders uit boven de rest van Nederland met een hulpverleners percentage van ca 1,7%.
Dat is natuurlijk inclusief de steden waarin geen lekenhulpverleningsproject is opgezet.
In de plattelandsgemeentes liggen de percentages natuurlijk nog veel hoger.
In Ootmarsum komen we zelfs op ca. 10 % uit!
Dit succes is natuurlijk voor een groot deel terug te voeren op het initiatief van Ambulance Oost.
Maar ook de wijkwerkgroepen hebben uiteraard een groot aandeel in niet alleen het starten van het project, maar vooral ook de continuering er van!
De ambulance regio Twente steekt met kop en schouders uit boven de rest van Nederland met een hulpverleners percentage van ca 1,7%.
Dat is natuurlijk inclusief de steden waarin geen lekenhulpverleningsproject is opgezet.
In de plattelandsgemeentes liggen de percentages natuurlijk nog veel hoger.
In Ootmarsum komen we zelfs op ca. 10 % uit!
Dit succes is natuurlijk voor een groot deel terug te voeren op het initiatief van Ambulance Oost.
Maar ook de wijkwerkgroepen hebben uiteraard een groot aandeel in niet alleen het starten van het project, maar vooral ook de continuering er van!
Hartslagnu.nl
De hele administratieve registratie van hulpverleners en AED-beheerders vindt plaats via de site van hartslagnu.nl
Omdat ook van daaruit bij een hulpvraag de SMS-jes of app-berichten naar de hulpverleners worden gestuurd is het dus van groot belang, dat alle gegevens die daar staan up to date worden gehouden.
Verder vermeld de site nog allerlei interessante informatie.
Zowel voor hulpverleners als niet-hulpverleners is het interessant om er eens een kijkje te nemen.
Omdat ook van daaruit bij een hulpvraag de SMS-jes of app-berichten naar de hulpverleners worden gestuurd is het dus van groot belang, dat alle gegevens die daar staan up to date worden gehouden.
Verder vermeld de site nog allerlei interessante informatie.
Zowel voor hulpverleners als niet-hulpverleners is het interessant om er eens een kijkje te nemen.
Contact
Mocht U vragen hebben, dan kunt U contact opnemen met de werkgroepleden uit uw wijk (zie bladzijde wijkwerkgroepen).
Voor algemene vragen kunt U contact opnemen met de overkoepelende werkgroep (zie bladzijde wijkwerkgroepen).
Voor vragen of opmerkingen over de website, mailen naar: [email protected]
Voor algemene vragen kunt U contact opnemen met de overkoepelende werkgroep (zie bladzijde wijkwerkgroepen).
Voor vragen of opmerkingen over de website, mailen naar: [email protected]